Belastingdienst start met rechtsherstel box 3

De staatssecretaris heeft de berekening van het rechtsherstel box 3 bekendgemaakt, waardoor de Belastingdienst vanaf 1 juli 2022 start met het rechtsherstel aan iedereen die op tijd bezwaar maakte tegen de aanslagen 2017 tot en met 2020. Doordat dit grotendeels geautomatiseerd gebeurt, hoef je zelf (nog) geen actie te ondernemen.

Rechtsherstel box 3

Eind 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de huidige belastingheffing over vermogen in box 3 in strijd is met het Eerste Protocol bij het EVRM als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Hierbij stelde de Hoge Raad dat het voordeel uit sparen het beleggen moest worden bepaald op het werkelijk behaalde rendement. Dit oordeel betekent dat de Belastingdienst rechtsherstel moet gaan bieden. Op 30 juni 2022 is bekendgemaakt hoe de Belastingdienst dit gaat berekenen.

Doelgroep

Vooralsnog wordt alleen rechtsherstel, welke alleen geldt voor de jaren 2017 tot en met 2022, geboden aan:

  • Iedereen die op tijd bezwaar maakte;
  • Iedereen van wie de aanslag op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond;
  • Iedereen van wie de aanslag op 24 december 2021 nog niet definitief was opgelegd.

Op 1 juli start de Belastingdienst met het rechtsherstel aan iedereen die op tijd bezwaar maakte tegen de aanslagen 2017 tot en met 2020. De andere doelgroepen volgen later. Het rechtsherstel gebeurt grotendeels geautomatiseerd, dus je hoeft zelf (nog) geen actie te ondernemen.

Berekening rechtsherstel

De nieuwe berekening van de box 3-heffting gaat uit van het forfaitair rendement voor drie vermogensgroepen:

  • De banktegoeden;
  • De overige bezittingen (onder meer beleggingen en onroerend goed)
  • Schulden.

Voor het rendement op banktegoeden geldt een forfait dat gebaseerd is op de gemiddelde rente op deposito’s. Dit loopt van 0,25% in 2017, 0,12% in 2018, 0,08% in 2019, 0,04% in 2020 tot 0,01% in 2021.

Voor het rendement op overige bezittingen wordt uitgegaan van het wettelijke forfait uit rendementsklasse II. Dit loopt van 5,39% in 2017, 5,38% in 2018, 5,59% in 2019, 5,28% in 2020 tot 5,69% in 2021.

Voor het rendement op schulden wordt uitgegaan van de gemiddelde hypotheekrente. Dit loopt van 3,43% in 2017, 3,20% in 2018, 3% in 2019, 2,74% in 2020 tot 2,46% in 2021. Op basis van de forfaitaire rendementspercentages van de verschillende vermogensgroepen wordt het totale nieuwe forfaitaire rendement berekend. Dit vormt de basis voor de berekening van de nieuwe box 3-heffing.

Teruggave inkomstenbelasting

Als deze nieuwe box3-heffing lager is dan de box 3-heffing volgens de wettelijke bepaling, zal dit leiden tot een teruggave van inkomstenbelasting. Is de nieuwe box 3-heffing gelijk of hoger dan de box 3-heffing volgens de wettelijke bepalingen, dan volgt geen teruggave.

Wanneer je binnen de doelgroep van het rechtsherstel valt, krijg je altijd bericht van de Belastingdienst. Dat kan dus of een teruggave inkomstenbelasting zijn of het bericht dat je geen recht hebt op een teruggave.

Ben je het niet eens met de teruggave of het feit dat je geen teruggave krijgt? Dan kun je een verzoek om ambtshalve vermindering indienen of, als de bezwaartermijn van je aanslag nog niet verlopen is, een bezwaar indienen.

Rechtsherstel niet-bezwaarmakers

Als je niet of te laat bezwaar hebt gemaakt, stond je aanslag op 24 december 2021 misschien al onherroepelijk vast. Of aan deze doelgroep nog rechtsherstel wordt geboden is helaas (nog) niet bekend.

De staatssecretaris heeft wel toegezegd voor het zomerreces een brief aan de Tweede Kamer te sturen waarin wordt ingegaan op de verschillende opties voor belastingplichtigen die niet of te laat bezwaar maakte.